dag 35

Dit is mijn laatste update van de blog. Gisterenavond rond 23.00 uur was ik weer thuis, de tuin was versierd met een groot spandoek met de tekst 1 juni, Dinxperlo, 2850 kilometer, 2 juli, Santiago de Compostela, wat een KANJER. Een erg leuke geste, in het vliegtuig zat ik hierover nog te denken, maar dacht, dat doen ze vast niet. Toch wel erg mooi dat je familie moeite heeft gedaan voor je thuiskomst. Een kanjer, ik zie dat eigenlijk niet zo, natuurlijk vind ik het een prestatie, maar als je iets wilt bereiken wat onmogelijk lijkt en de wil is er, dan kun je het. Ik was niet de enige die onderweg was en zeker niet de laatste zoals jullie hebben kunnen lezen. Zoveel mensen die met mij onderweg waren en nog steeds zijn, met de fiets, te voet, te paard of met een ezel. Voor de lopers heb ik heel veel respect. Lopen lijkt eenvoudig maar is het zeker niet. Ik heb onderweg wandelaars gezien die het fysiek erg moeilijk hadden. Als ik eens in een albergue sliep en een aantal ‘s van hen ‘s morgens uit bed zag komen, dan dacht ik wel eens, jeetje en dat moet vandaag weer op pad? Hoe zal het morgen en overmorgen met hen gaan? Maar ik denk dat bijna iedereen die gaat, hoe dan ook, het uiteindelijk ook zal halen omdat de wil er is. Deze reis heeft me erg goed gedaan. Ik heb het regelmatige dagelijkse leven, vijf weken los kunnen en mogen laten. Ik heb, denk ik, veel geleerd op deze tocht. Misschien wel teveel om allemaal op te noemen, toch wil ik een aantal dingen zeker vermelden. Je leert leuke en minder leuke mensen kennen, je doet veel mensenkennis op.  Ik heb leren organiseren, hoe doe ik het vandaag, wat doe ik vandaag, wat en waar eet ik vandaag, hoe en in welke volgorde pak ik de boel weer in ‘s morgens, je wordt overal steeds handiger in, uiteindelijk wordt het allemaal routine. Als je alleen bent, moet je jezelf redden, je wordt inventief. Vraagt er iemand, wat heb jij aan de fiets hangen? Zeg ik nu een wasmachine. Je stapt op wildvreemde mensen af en vraagt hen iets voor je te doen. Meestal helpen ze je wel, je wordt hierin overigens steeds handiger. Denk aan het vragen naar een fietsenmaker in Moissac. Een willekeurige voorbijganger vertelt je dat er geen fietsenmaker is, maar als je het vraagt aan een plaatselijke middenstander die kennen elkaar toch iets beter, blijkt er ineens wel een te zijn. Zo heb je toch weer je doel bereikt. Genieten van de omgeving, van de natuur doe je tijdens zo’n reis anders dan wanneer je met je dagelijkse dingen bezig bent. Wat is het mooi onderweg, de verschillen tussen de diverse gebieden, heuvelachtig, vlak, bergachtig.  Elke omgeving had zijn eigen charme. Je komt letterlijk en figuurlijk, vreemde vogels tegen.Voor elke tegenslag komt er wel een oplossing, bijvoorbeeld die middag in de tweede week toen het zo hard regende. Uiteindelijk vind je door even goed na te denken en te vragen een stacaravan met verwarming waarin je de nacht kunt doorbrengen, douchen en de kleren kunt drogen bij de kachel. Geweldig toch? Ik ben ook wel een paar keer behoorlijk in paniek geraakt toen ik dacht dat ik de portemonnee ergens had laten liggen. Na de tweede keer ga je bewuster nadenken over de dingen die je doet. Dan kijk je wel een keer extra in de tas of de portemonnee en de telefoon er inderdaad wel inzitten. Het zou lullig zijn als je 100 km verder tot de ontdekking komt dat je deze echt ergens hebt laten liggen. De portemonnee en de telefoon zijn toch wel twee standaard behoeften tijdens zo’n reis als moderne pelgrim. Men zei van tevoren wel eens tegen mij, je zult jezelf nog wel  een paar keer tegenkomen. Dat is zeker ook wel eens gebeurd, ik zwaaide dan naar mezelf en dacht ik ga in elk geval de goede kant op. Nee geintje, je vraagt je op zo’n moment af, waar doe ik dit allemaal voor? Je voelt je regelmatig heel egoïstisch, zeker als je weet dat het thuis even niet lekker gaat. In het begin van de tocht zat ik wel eens te zingen op de fiets en maakte ik mijn eigen tekst op het liedje, Is this the way t0 Amarillo? Ik zong dan wel eens; Is this the way to Santiago? The way that thousands of pilgrims were going, is this the way to Santiago, the place St. Jacques will wait for me. Deze tekst gaf me dan elke keer weer de moed om door te gaan en waarom ik in Frankrijk en Spanje op de fiets zat. Een aantal baaldagen hoort er blijkbaar gewoon bij. Maar als je dan weer met mede pelgrims praat of dit liedje schiet je weer te binnen, dan geeft dat ook weer moed en trap je weer vrolijk verder. Ik heb drie keer overwogen om naar huis te gaan, vanwege de situatie thuis met Thea. Zij zei elke keer weer, ga gewoon door, ik red me wel. Ik ben haar super dankbaar dat ik mijn reis heb mogen afmaken. Ik weet dat ze het niet altijd even gemakkelijk heeft gehad de afgelopen weken. Ondanks alles heb ik super genoten van deze tocht, veel gelachen, gepraat, gezien, beleefd en vooral heel aardige mensen leren kennen. Ik zal hier nog heel lang met heel veel plezier op terug kijken. Dit neemt niemand mij meer af. Iedereen bedankt voor het volgen van mijn weblog, de hulp thuis en voor de prachtige reacties. Ik zeg maor zo, wat d’r ook gebeurt in ow leaven, ‘t kump allemaol weer good!

weer thuis met gedemonteerde fiets

weer thuis met gedemonteerde fiets, maor ok dit kump allemaol weer good

dag 33 en 34

afbeelding253

compostelaat

foto van mezelf in de kathedraal in SdC

foto van mezelf in de kathedraal in SdC

weer thuis met gedemonteerde fiets

weer thuis met gedemonteerde fiets

Dag 33 en 34

Rond 10.30 vanmorgen (woensdag) heb ik definitief afscheid genomen van Ad. Hij gaat vandaag verder naar het zuiden en wil over drie dagen aankomen in Porto. Ik ben met de bus naar het centrum van SdC gegaan omdat ik de pelgrims mis mee wilde maken in de kathedraal. Ik was er rond 11.00 uur. Het liep al aardig vol terwijl de dienst pas om 12.00 uur zou beginnen. Ik heb een mooi plekje kunnen bemachtigen langs het middenpad, want mochten ze met het wierookvat gaan zwaaien, dan wil ik dat wel goed kunnen bekijken en filmen. De collecte heeft blijkbaar genoeg opgebracht  om de paters op te roepen voor het ritueel. Met zes man sterk hangen ze aan een touw om het wierookvat in beweging te brengen. Als je dat ding zo ziet hangen in de kerk lijkt het niet zo groot, maar toen ze het lieten zakken om de wierook aan te steken was het toch wel een behoorlijk groot geval. Na 5 minuten is het ritueel ten einde en begint iedereen spontaan te applaudisseren. Na de dienst heb ik nog even rondgelopen door de stad om te zien of ik nog souvenirs voor de thuisblijvers kan kopen. Het is veel van hetzelfde, een hoop rotzooi waar je thuis eigenlijk niets mee doet. Ik moet natuurlijk ook aan het gewicht van de tassen denken om niet bij te hoeven betalen op het vliegveld. Rond 16.30 was ik weer op de camping. Ik heb even een wegwerp bbq gekocht en schaslik stokjes. Ik wilde eerst vis kopen voor op de bbq maar gezien de temperaturen hier en het feit dat ik geen koelkast bij de hand heb, heb ik maar verpakt vlees gekocht. Rond 18.30 uur werd het toch wel tijd voor een biertje na zo’n “inspannende” dag. Op het terras zat ook het Amerikaanse stel dat ik een dag eerder al had getroffen op het plein voor de kathedraal. Ik nodigde hen uit om bij mij aan tafel te komen zitten. Het was een gezellig gesprek, later kwam er ook nog een Duitse jongeman bij zitten, een beetje een warrig figuur, maar je moet de mensen nemen zoals ze zijn heb ik op de camino wel geleerd. Rond 20.00 uur ben ik toch maar even naar de tent gegaan om het vlees te bakken en de sla met tonijn klaar te maken. Na het eten heb ik de Amerikanen nog even opgezocht op het bovenste terras van de camping. Daar hebben we nog tot 00.10 uur gekletst over van alles en nog wat. Heel aardige mensen, die Amerikanen. Vanmorgen heb ik contact opgenomen met de huiskamer der Lage Landen hier in Santiago. Ik vroeg of zij ervaring hadden met het verpakken van de fiets en hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Hans nodigde me uit om naar hen toe te komen in de Rua de San Pedro op nr 29. Hij vertelde me dat ie wel een oplossing had. Ik heb toen maar snel de spullen ingepakt, de rommel opgeruimd en de campingbaas betaald. Hij had een kaartje van SdC waarop de camping stond en de plattegrond van de stad. Zo kwam ik al vrij snel in de Rua de San Pedro terecht die ik gisterenmiddag zonder kaartje niet kon vinden. Ik werd al gelijk begroet door Helmut Brouwer, hij vroeg waar ik vandaan kwam, ik zei uit de Achterhoek, Dinxperlo. Dan kunt wi’j wel plat praoten. Verrek, waar kom jij vandaan, hoe kom je hier? Al snel bleek dat hij jarenlang heeft gewerkt bij de Saba in Dinxperlo. Hoe klein kan de wereld zijn. Ik kreeg direct een kop koffie aangeboden. Er was ook ene Hans uut Almelo die Herman Finkers erg goed schijnt te kennen. Zij vertelden me dat  twee deuren verder een fietsenmaker zit die de fiets kan inpakken en laten opsturen. Ik zei dat die van mij alleen maar ingepakt hoeft te worden omdat ik deze meeneem in het vliegtuig. Na de koffie ben ik even naar de fietsenmaker gelopen en heb de fiets afgegeven. Hij zei dat de zak met de tent er ook wel bij in kon omdat de doos groot genoeg was. Kijk dat is nog eens meedenken van die Spanjaard. Hij heeft voor mij ook meteen maar een taxi geregeld die me met fiets en al naar het vliegveld kon brengen. Vierenveertig euro lichter stond ik op het vliegveld om 13.30 uur. Met veel dank aan de vrijwilligers van de huiskamer der Lage Landen. Prachtig als je daar zit en ziet wat er allemaal binnen komt lopen. De een voor een praatje, de ander komt een caminotaartje brengen, die overigens erg lekker was, de ander komt met praktische vragen. Mooi dat deze mensen zich twee weken per jaar inzetten voor al die pelgrims die in Santiago aankomen. Hulde. Nu zit ik op het vliegveld de laatste update  bij te werken. Om 18.05 uur land ik op het vliegveld Frankfurt-Hahn. Harm-Jan laat weten dat ie bij uitgang B2 staat. Op dat moment bekruipt mij het gevoel dat hij op het grote vliegveld van Frankfurt staat en niet in Hahn. Dit is te vergelijken met vliegveld Weeze dat tegenwoordig Dusseldorf-Weeze heet. Thuis hebben ze dit even nagekeken en deze beide vliegvelden blijken 125 km uit elkaar te liggen. Shit happens. Ik zit nu te wachten tot Harm-Jan arriveert. Thuis zitten ze te wachten tot wij daar arriveren. Eindelijk thuis aangekomen zag ik slingers en een spandoek in de tuin hangen, Thea. Maaike, Nienke, Anne en Mario stonden mij al op te wachten. Prachtig toch ook weer zo’n warm onthaal thuis. Bedankt allemaal voor deze hulde.

dag 32

stempelkaart

de kathedraal in Santiago

de kathedraal in Santiago

Dag 32

Na een redelijke nachtrust in de albergue, een man naast mij meende nog even een telefoongesprek aan te moeten gaan rond 23.30 uur terwijl iedereen al sliep en een hele vroege wandelaar die meende om 05.00 de slaapzaal te moeten verlaten, ben ik rond 07.30 uur opgestaan voor de laatste etappe van mijn droom. Deze lijkt nu werkelijkheid te worden. Ad was rond 08.30 uur al klaar en vertrok richting SdC. Ik nam eerst nog even de tijd om het verslag van de vorige dag te plaatsen. Rond 09.30 uur verliet ik als een van de laatste pelgrims de albergue. Och, de vorig avond was ik ook een van de laatsten die binnenkwam en ik wil natuurlijk wel waar voor mijn geld. Ik wilde deze laatste dag echt in mijn eentje beleven, zonder samen te hoeven fietsen met iemand anders. Na Arzua te hebben verlaten, moest ik een kleine 50 km afleggen naar SdC. De omgeving was weer verbluffend mooi. Ik fietste door een mooi groen bergachtig Galicië. Rond Tauro was erg veel aanplant van eucalyptus bomen. Heel bijzonder. Verder staan er veel kastanjebomen.  Om de  kastanjes te drogen hebben veel mensen een smal schuurtje op palen bij huis gebouwd. Hierin worden de kastanjes gedroogd, hoorden we een dag eerder iemand vertellen in het Spaans. Op de foto kun je zo’n huisje zien. Onderweg ben ik regelmatig gestopt om nog eens achterom te kijken, dat is ook mooi. Je ziet dan de heuvels of bergen waar je misschien een uur ervoor overheen bent gekomen van de ander kant. Uiteindelijk had ik tijd zat om in Santiago aan te komen. De laatste klimmen moesten nog even overwonnen worden, maar als je zo dicht bij de eindstreep bent is dat niet meer zo moeilijk. Onderweg heb ik nog nagedacht over alles wat ik de afgelopen weken gezien, gedaan en gehoord heb. Ook dacht ik dat mezelf heel gelukkig mag prijzen, om dit te mogen doen. Onderweg hoor je mensen vaak zeggen dat je niet alles wat je onderweg meemaakt kunt overbrengen op anderen die dit nooit gedaan hebben. Je ziet en beleefd zoveel, na elke bocht is het weer anders, ander uitzicht, ander dorpje, andere dingen die gebeuren. Zo zat ik op een terrasje van een restaurant waar de eigenaar ruziede met een vertegenwoordiger van de drankenhandel. Dan kunnen ze tekeer gaan die Spanjaarden. Rond 13.30 uur stond ik op het plein van de kathedraal en dacht, dit was het dan, mijn einddoel is bereikt, hiervoor ben ik ruim vier weken geleden voor van huis gegaan. Je gaat natuurlijk niet voor de kathedraal of het plein, maar voor de reis er naar toe. Die was erg bijzonder. Ad was inmiddels ook gearriveerd, evenals de Duitse man uit Leverkusen die we de avond tevoren in de albergue hadden getroffen. Nadat we even hadden staan kletsen, arriveerden ook de meiden uit Gent en nog een stel uit Florida (VS). Na een half uurtje daar gestaan te hebben, hebben we eerst onze credencial laten afstempelen en de oorkonde in ontvangst genomen. Na afscheid te hebben genomen van unser Deutcher Freund, hebben Ad en ik de camping opgezocht. Weer klimmen, terwijl je eigenlijk geen zin meer hebt, want je bent er toch al? Tent maar weer opgebouwd en het zwembad maar eens opgezocht. Even een beetje sportief doen. ’s Avonds hebben we gegeten in het centrum. Met de bus kun je er eenvoudig komen voor de prijs van een euro per ritje. Toen we terugkwamen op de camping hadden we nog dorst en ook eigenlijk nog wel honger, want het menu dat we hadden, ensalada, spaghetti bolognese en een chocoladepuddinkje hield niet over voor 11 euro. Dus hebben we nog maar een hamburger besteld. Terwijl we een biertje dronken hebben we de route even bekeken die Ad vanaf morgen zou moeten gaan fietsen naar Porto. Er blijkt een jakobsweg te lopen van Porto naar Santiago. Die maar eens opgezocht, ik stuitte op een prachtig overzicht  met plaatsnamen die hij zou moeten gaan volgen. Ik vroeg aan de senora (of was het nu toch een caballero) of ik die even mocht uitprinten, nee daar konden ze niet aan beginnen.  Ik heb voor de zekerheid het gedownloade overzicht en mijn boardingpass maar naar mijn e-mail adres gestuurd. Dan heb ik altijd de mogelijkheid om het ergens anders te printen. Om 23.30 zijn we naar bed gegaan. Ad wilde de plaatsnamen de volgende ochtend wel overschrijven. Hij was er in elk geval erg blij mee, goh dat dat allemaal kan met een computer (hij heeft er n.l. geen bal verstand van)

dag 31

Benedictijner klooster in Samos. Hier een stempel gevraagd

Benedictijner klooster in Samos. Hier een stempel gevraagd

Dag 31

Dat is even balen als je ’s morgens opstaat en de zon niet te zien is. Maar goed, ik heb in elk geval goed geslapen. Het is alleen bloedheet op de slaapzalen. Na een verfrissende douche heb ik de boel bij elkaar gezocht en ben ik gaan ontbijten in een restaurantje vlakbij. Heerlijk vers geperst sinaasappelsap, koffie en toast. Na het ontbijt  maar weer op de fiets gestapt en begonnen aan de laatste tocht van 100 km. In Samos 10 km verderop ben ik even wezen kijken bij een Benedictijner klooster uit de 12e eeuw. Hier heb ik meten maar even een stempel gevraagd. De paters daar weten wel hoe ze aan geld moeten komen. Hier kun je van alles en nog wat kopen wat te maken heeft met de camino en het Katholieke geloof. Rozenkransen, kruisjes, boeken, jakobsschelpen enz. Hij vroeg of ik het klooster nog wilde bezoeken maar daar had ik nog niet zo’n trek in. In Samos was ik de eerste klant in een supermarktje, de dame moest voor mij de lampen in de winkel nog aandoen. Ik heb er maar geen brood meegenomen want dat voelde niet erg vers. Dat was blijkbaar nog over van de vorige dag. In Saria heb ik maar weer even geld gepind, want zonder kom je niet zo heel ver hier. Op zich is alles niet zo duur, maar een ontbijtje voor 4 euro, een slaapplaats voor 10 euro, onderweg wat te eten halen voor 7 euro, ’s avonds een pelgrimsmenuutje voor 10 euro. Een kop koffie onderweg, al met al heb je toch wel een beetje geld nodig zo op een dag. Nadat ik de bank uit kwam lopen, kwamen de Gentse meiden langs. Ik h eb even met hen op gefietst en gevraagd hoe het ging. Prima, zeiden ze. Ze hadden Ad ook al, getroffen vanmorgen. Ik ben even later alleen verder gefietst. Er zaten toch nog weer een paar venijnige klimmetjes in. Op een van die klimmetjes zag ik in de verte iemand lopen met de fiets aan de hand. Het bleek een Duitse vrouw uit Krefeld te zijn die met een gewone fiets teveeI moeite had om tegen de bergen op te fietsen. Ik heb heel even met haar gepraat. Het is overigens grappig dat heel veel mensen niet direct zeggen waar ze wonen. Ad bijvoorbeeld zei dat hij uit Helmond komt, dat blijkt Stiphout, te zijn. De Duitse dame zei dat ze uit Dusseldorf kwam, maar achteraf bleek dat ze in Krefeld woont. Ik zeg dat ik uit de Achterhoek kom, terwijl ik in Dinxperlo woon. In Pardela zag ik een bakkerij, waar ik brood en een croissant heb gekocht. Daar trof ik Ad wederom. We hebben even koffie gedronken in de plaatselijke kroeg, ik moest hierbij direct denken aan café Heebinck (in Breedenbroek voor degene die dat niet kennen). Het was een boerderij annex café, de vrouw zag ik, toen ik er langs kwam, buiten op de boerderij aan het werk. Grote laarzen en handschoenen aan. Ze was een of ander iets aan het schoonspuiten. Oma zat in het café te boel te bewaken, maar had verder geen dienst. Ze heeft toen de dochter of schoondochter opgehaald, die even later zonder handschoenen en laarzen het café binnenkwam. De Duitse mevrouw kwam inmiddels ook binnen. Na de koffie zijn Ad en ik samen verder gefietst. Eerst kwam er nog een pittig klimmetje maar richting Portomarin ging het heerlijk bergaf. We hadden trouwens al gezien dat er nog een klim van 12 km aan zat te komen. Ik had goede benen vandaag, dus het klimmen viel me niet al te zwaar. Ik had het idee dat Ad er iets meer moeite mee had. In Melide besloten we om de grote weg te blijven volgen omdat dat volgens de kaart korter zou zijn. Dit was inderdaad ook het geval, maar ook hier zaten nog drie pittige klimmen in. Achteraf begrijp je dan ook waarom ze de route omleiden. In Arzua was geen camping, behalve vier kilometer buiten het dorp. We hebben maar besloten om een albergue te pakken. Weer een grote kamer met vele bedden en ’s morgens al vroeg een hoop lawaai. De route van vandaag was op een kilometer of twintig na, niet bijster interessant. Veel fietsen langs grote drukke wegen over een smalle fietsstrook, welke ook nog eens waren voorzien van opstaande reflectoren om de twintig meter. Deze rotdingen zijn zo’n drie cm hoog, maar het fietst niet erg prettig als je er overheen dendert met volle bepakking. Maar goed, we zijn heelhuids aangekomen. In de loop van de middag werd het overigens weer lekker warm. Na het avondeten zijn we nog even het dorp ingelopen en hebben op een terrasje nog een biertje gedronken. Bij de albergue aangekomen om 22.30 bleek alles al dicht te zitten en konden we er niet meer in. Er zat wel een bel bij de deur, maar daar reageerde niemand op. Ad heeft toen het telefoonnummer gedraaid dat op de deur was geplakt, de oude mutti die ons ’s middags had ingecheckt kwam speciaal voor ons terug om de deur te openen. Iemand had zich blijkbaar vergist met het afsluiten van de deuren, want een deur had open moeten blijven. Zo konden we na een paar minuten toch nog als laatste naar binnen. De deur had eigenlijk tot 23.00 open moeten blijven, we waren dus niet te laat😉

dag 30

Fantastisch uitzicht bij Cebreiro

Fantastisch uitzicht bij Cebreiro

Voor wie mij niet mocht geloven....

Voor wie mij niet mocht geloven….

Nog mooier uitzicht

Nog mooier uitzicht

standbeeld van een pelgrim boven op de berg

standbeeld van een pelgrim boven op de berg

Dag 30

Al vroeg scheen de zon vol op de tent, dus uitslapen op een zondagmorgen in Spanje is er dan niet bij. Rond 08.00 uur ben ik opgestaan, heb koffie gezet en het oude droge brood van gisteren naar binnen gewerkt. Dit neemt iets meer tijd in beslag dan wanneer je op zondagmorgen verse broodjes kunt halen bij de Duitse bakker. Maar goed, dat kan volgende week weer. Niet zeuren dus. Vervolgens heb ik mijn doel voor vandaag bepaald. Tot SdC is het nu nog 241 km. Dinsdag wil aankomen, dus per dag hoef ik niet meer te fietsen dan 80 km. Vandaag beloofde het routeboekje een spectaculaire klim van 43 km. Deze klim ging van 500 meter naar 1355 meter. Dat is geen kattenpis, maar goed, het moet toch een keer gebeuren, dus maar zo snel mogelijk. Er was eerst nog een aanloop van 35 km, waarin de beentjes even lekker warm konden draaien. Allereerst kwam ik door Ponferrada, een grote industriestad met naar mijn idee weinig bezienswardigheden. In de binnenstad stond wel een tempeliersburcht. Op de resten van een oude Romeinse vesting werd deze burcht gebouwd tussen de 12e en de 14e  eeuw. Helaas zat deze nog dicht op dit vroege tijdstip op zondagmorgen. Na Ponferrada te zijn uitgefietst kwam ik even aan het twijfelen of ik wel op de goede weg zat. Er stonden wel overal pijlen met de jacobsschelp, maar hoe ik nu fietste kwam niet overeen met wat in het boekje stond. Gewoon dapper zijn en doorfietsen. De zon had ik schuin achter, ik moet naar het Westen, dus dan zal het wel kloppen. Een eindje verder buiten Ponferrada heb ik bij een oud mannetje kersen, chocola en een zakje geroosterde mais gekocht. Ik denk ik laat me vandaag niet verrassen door de hongerklop. Tussendoor ook nog een stempel gevraagd bij een albuergue. Na Villafranca del Bierzo begon het echte klimwerk. Eerst nog met een aanloopje, maar daarna al snel omhoog. Voor Villafranca zag ik op een lichtbak bij een apotheek dat deze rond 10.30 uur al een temperatuur van 27 graden aangaf. Ik wil jullie niet jaloers maken hoor, maar het weer werkt fantastisch mee in Noord-Spanje. Gisteren en eergisteren kreeg ik onderweg van andere caminogangers de waarschuwing niet over Cebreiro te gaan. Deze route zou zeer gevaarlijk zijn. Ik vroeg nog waarom, maar mijn Spaans is nog steeds niet zo goed dat ik begreep wat ze nu eigenlijk bedoelden. Ik vroeg nog of het misschien een drukke weg was of een gevaarlijke afdaling. Ik kon er niet uit wijs worden. Ik denk, shit, hoe doen we dat nu? Het boekje geeft toch echt aan dat de route over Cebreiro gaat. Weliswaar met een klim van 2,5 km met een stijgingspercentage van 10%, maar er stond niets in over een of ander gevaar. Als beloning voor de lange klim zou er een lange afdaling komen van  12 kilometer. Voordat deze klim begon heb ik nog een half uurtje uitgerust bij een enorme parkeerplaats voor vrachtwagens. Dit was dicht bij een oprit naar de A6. Ik heb er een cola gedronken, de chocola opgegeten en de bidons nog maar eens gevuld, een gewaarschuwd mens telt voor twee, nietwaar? Daarna toch maar richting Cebreiro gegaan. Na 1,5 kilometer dacht ik, wanneer gaat het nu beginnen? Het ging wel flink omhoog maar dat je er dood zou gaan? Er reden amper auto’s, dus dat was het gevaar ook niet. Wel een patrouillerende politieauto, ik denk, mocht me iets overkomen, vinden zij mij wel. Dat was dus ook wel een geruststellende gedachte.  Eenmaal aangekomen in Cebreiro, dacht ik, dan moet het gevaar vast in het uitzicht schuilen, want dat was fenomenaal. Ik heb er een foto van toegevoegd, oordeel zelf maar. Ik heb er ook nog een filmpje gemaakt, maar die kan ik nog steeds niet uploaden op de site. Na Cebreiro daalde en klom het nog een paar keer tot ik voor vandaag het hoogste punt (1355 meter) zou bereiken. Daarna ging het echt bergafwaarts, een prachtige lange afdaling van 7%. Mooie lange bochten, lange rechte stukken. Ik heb de snelheid wat laag gehouden om er maar zo lang mogelijk van te genieten. In Triacastella aangekomen eerst maar even een terrasje gezocht om te vieren dat ik het allemaal overleefd heb. Nu heb ik voor vannacht een bed in een Albuergue. Er wordt hier gekookt, het ruikt erg lekker op dit moment.  Ik denk dat ik zo maar ergens een peregrino menu ga scoren, het is tenslotte zondag nietwaar? Het aantal kilometers voor vandaag staat op 85 met een gemiddelde van 15 kilometer per uur. Totaal heb ik nu ongeveer 2700 kilometer gefietst voor degene die hier in geïnteresseerd is. Zo maar eens even kijken of Ad het gevaar van Cebreiro ook heeft overleefd.

dag 29

De kathedraal in Astoria, erg mooi.

De kathedraal in Astoria, erg mooi.

Uitzicht na Cruz de Ferro, erg hoog voor een Nederlander

Uitzicht na Cruz de Ferro, erg hoog voor een Nederlander

Dit is Ad, bij de kathedraal in Astorga

Dit is Ad, bij de kathedraal in Astorga

Dag 29

Vanmorgen is Ad al eerder vertrokken dan ik. Hij was een remblokje kwijt dus moest hij even langs een fietsenmaker voor een nieuwe. Een half uur nadat ik vertrokken was, baalde ik van het tikken van het rechter pedaal. Ik denk, even een beetje oliën, misschien helpt dat. Komt Ad me achterop fietsen. Samen zijn we vandaag de uitdaging aangegaan om de volgende klim van 20 km te volbrengen. Ook vandaag was het begin saai, graanvelden, irrigatiesystemen, dooie dorpjes. Na Astorga wat overigens wel weer heel erg mooi was, zijn we begonnen aan de klim. Het ging eigenlijk een beetje in etappes, een stukje klimmen, dan weer vlak, weer een stukje klimmen. Als je dan door plaatsjes komt als Murias de Rechivaldo, El Ganso, Sta. Catalina de Somoza,  dan waan je je toch echt weer in een  cowboyfilm die is opgenomen in Mexico. Na een kilometer of veertig waren we in Rabanal. Daar hebben we even een stop gemaakt bij een Albuergue om iets te eten en te drinken. We hadden allebei een omelet met varkensfilet besteld. Eigenlijk had het andersom moeten zijn, het was meer varkensvlees dan omelet. Maar wel lekker en natuurlijk weer veel pan (stokbrood) erbij. Hierna begon de echte klim naar het op een na hoogste punt van vandaag, Cruz de Ferro. Als echte pelgrim hoor je hier een steen neer te leggen. De betekenis is eigenlijk dat je hier je last kunt achterlaten. Twee jaar geleden heb ik in Noorwegen een steen meegenomen als herinnering aan een prachtige vakantie daar. Deze steen heb ik van huis meegenomen en daar neergelegd. Ik heb er wel een filmpje van laten maken, maar helaas geen foto’s. Het filmpje houden jullie dus nog tegoed. Terwijl we daar waren kwam een stel Italianen bij het kruis om een steen te leggen. Zij waren 500 meter ervoor uit de bus gezet om het laatste stukje te lopen. Er werden opnames gemaakt en oh,  wat keken ze allemaal trots en gelukkig. Nadat ze hun bijdrage aan de steenhoop hadden gedaan, stapten ze allemaal weer in de bus. Na het laatste klimmetje van vandaag volgde er een bijzonder steile afdaling. Constant de remmen  in knijpen, want het ging erg hard naar beneden. Onderweg kwamen we nog door een piepklein dorpje, waar ze watergoten in de weg hadden aangelegd om de vaart van de fietsers er uit te halen, hobbel de bobbel. Aan het eind van de afdaling kwamen we aan in Molinaseca. Hier hebben we onze tent opgezet bij een albuergue voor drie euro. Samen hebben we inkopen gedaan voor het avondeten en hebben in de albuergue spaghetti gekookt. Het smaakt erg lekker.. Nu zitten we aan de wijn, denkend aan weer een zware rit morgen. Maar, daarna zal het snel richting SdC gaan.

dag 28

Irrigatiesystemen in Noord-Spanje

Irrigatiesystemen in Noord-Spanje

Een kudde schapen de herder verstopte zich snel..

Een kudde schapen de herder verstopte zich snel..

De kathedraal in Leon

De kathedraal in Leon

Dag 28

Gisterenavond lekker gegeten. Een pelgrimsmenuutje voor 11 euro en een halve liter wijn erbij. Och wie doet je wat, je kunt het slechter treffen in het leven. Het weer is hier nog steeds goed. Vandaag zou ik of 75 km of 150 km moeten fietsen om een camping te vinden. Het werd een tocht van 145 km. Onderweg was het landschap net als in Nederland, zo plat als plat een dubbeltje. Carrion de los Condoz uit ging  over een asfaltweg. Maar na een paar kilometer ging het over in gravel. Als je alleen aan het fietsen bent denk je toch meer na over de dingen die je geleerd hebt onderweg. Je moet zorgen dat je te eten en te drinken hebt en je moet zorgen dat je ergens kunt slapen. Dat betekent kijken of je ergens iets kunt kopen op de tijden dat hier de winkels open zijn. En je moet plannen en kijken waar een camping is. Ik probeer n.l. zo min mogelijk in albuergues te slapen. Tot nu toe lukt dat aardig. Onderweg fietsend over de gravelpaden, zag ik overal om me heen viaducten in aanbouw of die al klaar waren. Verder liep er geen weg naar toe. Ik vrees dat hier veel Europees geld wordt geïnvesteerd in viaducten. Mijnheer Dijsselbloem, kunt u dat een keer laten controleren? Na een kilometer of veertig kwam ik aan in Sahagun. Een mooi plaatsje met mooie kerken en gebouwen. Maar omdat ik me had voorgenomen om 145 km te fietsen, kon ik er niet al te lang blijven rondhangen. Ik heb even een caffe solo besteld op een terrasje en ben daarna verder gefietst. Je komt hier door plaatsjes die wel uitgestorven lijken. Je waant je in een film die is opgenomen in Mexico. De bermen zijn droog, de kerkjes in de dorpjes hebben allemaal een plat gebouwde toren waarin een klok hangt met vaak een ooievaarsnest erop . Er is soms maar een straat met aan beide kanten wat huisjes en bouwvallen, heel apart allemaal. Na 80 km lag de stad Leon aan mijn voeten. De route leidde mij door de stad. Het was er erg druk, mensen liepen te leuren met armbandjes e.d. De kathedraal was mooi aan de buitenkant, het centrum zag er aardig uit, maar net als in Sahagun ben ik hier ook vrij snel doorheen gefietst, kilometers maken. Rond 16.30 uur was ik Leon weer uit. Ik moest nog een kleine 40 km afleggen om op de volgende camping te komen. Langzaam aan begon het zitvlees een beetje op te spelen. Onderweg heb ik me nog verbaasd over de irrigatiesystemen hier in Noord-Spanje. Langs de velden zijn bakken (kanaaltjes) gebouwd waar water doorheen stroomt, hieruit wordt weer water getapt dat via buizen tussen de rijen gewassen, mais, kool, zonnebloemen enz  stroomt. Ik heb er een foto van toegevoegd. Uiteindelijk kwam ik aan in Hospital de Orbigo. Op de camping aangekomen stond Ad bij de receptie. Hij had mij nog niet gezien. Ik roep he Adje, hij naar buiten, god nondejuu, ben jij ook hier? We stonden op een tentveldje naast elkaar, naast ons stond een Spaans gezinnetje, Sergio, Marta en  Daniella. We hebben nadat Ad en ik in een restaurantje hadden gegeten, nog een tijdlang met elkaar gekletst. Zij kon een beetje Engels, hij een beetje minder, maar het was er niet minder gezellig om. Rond 01.30 uur zijn we toch maar gaan slapen. Een paar flesjes wijn en cidra (appelcider) leeg achterlatend op ons veldje. Naast ons stond nog een andere Nederlander, die ik ook al had getroffen in Najera. Ik vond het toen al een beetje een wazig type. Hij fietste  aan de hand van een Michelin kaart door Noord-Spanje, vaak over grote wegen. Niet leuk dus. Hij ging vanavond al vroeg naar bed, dus daar hadden we verder geen last van. Hij misschien wel van ons want we hadden veel lol samen.

dag 27

Tierra de Campos

Tierra de Campos

de Ste. Martin kerk in Fromista

de Ste. Martin kerk in Fromista

de pelgrimsbrug over Rio de Pisuer

de pelgrimsbrug over Rio de Pisuera

Dag 27

Voordat ik gisterenavond ging slapen heb ik nog even gepraat met een man uit België en een Spaans echtpaar. We hadden alle drie gegeten in het restaurant. Samen hebben we de resterende wijn en nog een glaasje extra gedronken. Het personeel wilde opruimen en afsluiten, dus zijn we maar buiten op het terras gaan zitten. De man uit België is ook onderweg naar SdC. Het Spaanse echtpaar was erg geïnteresseerd in onze reis. De man kon goed Frans, hij was n.l. leraar Frans en de vrouw kon behoorlijk Engels. Zo kon de Belgische man ook behoorlijk Frans, dus kun je nagaan hoe de conversatie verliep. Nederlands, Spaans, Engels en Frans. Het was net Babylonie. Vandaag was een vrijwel vlakke etappe beloofd. Dit was inderdaad het geval. Ik ben rond 09.15 uur vertrokken van de camping in Burgos. Mijn einddoel was Carrion de los Condos. Prachtige namen hebben al die plaatsen in Spanje toch. Ik zal er zo nog een paar opnoemen. Al vrij snel was ik Burgos uit en begon het uitgestrekte landschap van Noord-Spanje zich weer voor mij te ontvouwen. Via Villagonzalo, Albillos, Cavia, Iglesias, Hontanas, (moet ik nog verder gaan?) fietste ik over de hoogvlakte Tierra de Campos (zo heet dit gebied) van Spanje. Op de lagere delen groeit graan, op de hogere delen slechts nog wat gras of kruiden. Bomen staan er amper. Vogels zie je hier overigens wel veel, groene gors of groenling, leeuwerik, buizerds die dreigend boven je hoofd vliegen, maar ook vogels die je bij ons niet ziet, zoals een vogel met een geel-zwart verenpak, zo groot als een Vlaamse gaai. Het fietsen ging overigens bijna vanzelf vandaag. Een stevige noordoostenwind in de rug en het was nagenoeg vlak. Ik was dan ook al rond 16.00 uur op de camping. Onderweg passeerde ik een historische middeleeuwse pelgrimsbrug over de Rio de Pisuerga.  In Fromista heb ik een paar foto’s gemaakt van een prachtig bewaard gebleven kerk, gebouwd in Romaanse stijl. Helaas zat deze dicht. Voor de statistieken nog even wat getallen. Ik heb vandaag 95 km gefietst, heb er vier uur en vijftig minuten over gedaan, met een gemiddelde van 20 km per uur. Oh ja, mijn snelheidsrecord is er aan gegaan, dat staat nu op 60,7 km per uur. Niet slecht toch? Onderweg stond op een bord aan de kant van de weg; SANTIAGO DE COMPOSTELLA 397 km. Dit bord stond bij Castrillo de Matajudios. Daarna ben ik nog 40 km verder gefietst, dus al met al schiet het nu toch lekker op. Maar er komen nog een paar flinke bergen waarvan overmorgen de eerste. Ik weet overigens niet of de Spanjaarden heel goed kunnen rekenen, maar volgens het boekje moet ik nu nog 440 km fietsen. Tijdens zo’n fietstocht word je ook steeds inventiever. Ik had toch al eerder vermeld dat je bij de wasgelegenheden wel kleren kunt wassen maar dat de stoppen eigenlijk altijd ontbreken? Ik heb me laten vertellen dat de Ortlieb tassen waterdicht zijn, dus dacht ik dan kan ik er ook een gebruiken als wasmachine. Hup water er in, een sopje erbij en wassen maar, daarna even schoon water erin doen om de was na te spoelen en klaar. Tot slot, de Belgische man van gisterenavond staat vanavond naast mij op de camping.

dag 26

Dag 26

Na een gezellige avond gisteren met Ad En de Gentse madammekes op het terras van de camping, heb ik maar eens lekker uitgeslapen. Om 10.00 uur werd ik wakker. Het moet niet gekker worden. De restjes van gisteren als ontbijt genuttigd, brood, kaas, ham. Je moet alles niet te lang bewaren, en ons zuinige ollanders gooien uiteraard niets weg. Voordat Ad vertrok, hebben we samen nog even een kop koffie gedronken. Daarna heb ik eerst een poging gedaan om mijn fietskleding te wassen.   Voor een wasje op de camping met de wasmachine moest eerst iemand  opgeroepen worden, want dat mag je hier blijkbaar niet alleen doen. Kosten 3,50 voor de was en 3,50 voor de droger. Dat kan ik zelf goedkoper dacht ik. Er was een ruimte voor de handwas, alleen ontbrak de stop in de wasbak om het water vast te houden. Erg slim van die Spanjaarden. Ik heb maar even de dop van de tube met wasgel gebruikt. Die paste redelijk goed. Toch weer zeven euro verdiend, niet waar? Na de was ben ik even naar het centrum van Burgos gegaan. Om de kathedraal te bekijken, kreeg je met credencial 50% korting. Ik heb de kathedraal maar even overgeslagen en heb de Santo Nicolas kerk bezichtigd, de grote kathedraal zou ik later wel doen. Terug fietsend naar de camping, kwam ik Pieter nog tegen, hij kon de stad niet uitkomen en moest nog bellen met een auberge waar hij zou slapen. Ik ben toen maar naar de camping gefietst en heb hem verder veel succes gewenst. Misschien zien we elkaar nog wel een keer. Nadat ik op de camping had gegeten en het verhaal van gisteren had gemaakt was het inmiddels 16.00 uur. Ik ben toen weer naar de stad gegaan met credencial en heb een kaartje gekocht voor 3,50 euro om de kathedraal te mogen bezichtigen. Al met al een besparing vandaag van 10,50 euro vandaag. Toen ik eenmaal binnen was, schaamde ik me wel een klein beetje. Wat een prachtige kerk, met zoveel kunst, zo indrukwekkend, in een woord geweldig, en dat voor 3,50 euro. Het was de 7,00 euro zonder credencial zeker waard geweest. Na de bezichtiging van de kerk heb ik nog even rond geslenterd door de stad. Op een terrasje een koffie en een biertje gedronken, wat een prachtig leven heb ik toch. Terug gekomen  op de camping was het erg druk. Achter de camping is een park en de mensen die het park ingaan om te wandelen, te fietsen of te joggen, komen op de camping even wat nuttigen. De Spanjaarden hebben het zo slecht nog niet volgens mij. Ik zat op de camping te kijken wat het menu dos dias was. Ik ben op goed geluk maar het restaurant in gegaan en heb een menu dos dias besteld.  Als voorafje een bord met paella en als hoofdgerecht bieflapjes met patat. Als toetje een espressootje.  Mmh, je kunt het slechter treffen. Terwijl ik de weblog zit bij te werken en de accu aan het opladen ben, moest ik het menu dos dias nog betalen, twee gerechten, een fles heerlijke wijn en een koffie voor de prijs van 11,00 euro.  Ik heb de ober maar een euro fooi gegeven. Morgen ga ik weer 100 km fietsen. Het weer blijft volgens mij nog goed, dus dat gaat helemaal lukken. Foto’s heb ik niet gemaakt vandaag omdat ik de tablet niet mee had. Morgen weer foto’s, van het prachtige Espagnol.

dag 25

Spanje ten top

Spanje ten top

Ooievaars boven op een kerktoren

Ooievaars boven op een kerktoren

Dag 25

Brrr,  wat is het hier koud ’s morgens als je opstaat. Ik heb de lange broek nog maar even aangedaan. Voor ik vertrek kleed ik me wel om. Eerst de boel inpakken, ontbijtje maken en dan op naar Burgos. In Anjera heb ik nog snel wat te eten gehaald voor onderweg. De stad was al weer helemaal schoon. Alle zooi van gisteren was al weer opgeruimd. De eerste kilometers van vandaag gaan nog steeds langs de wijnvelden van de Ryoga. Ik heb het gevoel dat ik vandaag pap in de benen heb. Het schiet voor geen meter op. De eerste 12 kilometer leg ik in bijna een uur af. Als dat zo doorgaat haal ik Burgos niet vandaag. Langzaam maar zeker wordt het toch beter. Als ik naderhand kijk naar de hoogteverschillen tussen de plaatsen ga ik het allemaal begrijpen. Cardenas ligt 100 meter hoger dan Najera, Badaran ligt alweer 50 meter hoger, Villar de Torre ligt nog eens 150 meter hoger.  Is dit dan het beruchte vals plat? Ik denk het wel, want later gaat het allemaal een stuk beter. In Sto. Domingo de la Calzada pak ik een bakkie koffie op een terrasje, vlak bij de kerk. Dit plaatsje was vroeger een belangrijke pleisterplaats voor pelgrims. In de kerk is een klein kippenhok, hoog boven aan de muur waarin een echte kip en een haan leven. Dit is gebaseerd op een van de meest legendarische vertellingen langs de Camino. Ik zal het verhaal dat erbij hoort eens opzoeken. Tijdens de koffie heb ik mijn moeder gebeld en haar gefeliciteerd met haar verjaardag. Ze is vandaag 83 jaar geworden. Na de koffie ben ik al fietsend in de provincie Burgos aangekomen. De wijnvelden zijn nu verdwenen en hebben plaats gemaakt voor graan. Voor Belorado komen twee madammekes uit Gent mij achterop fietsen. Ik had ze een paar dagen eerder ook al gezien, maar er verder niet mee gepraat. We hebben samen op gefietst tot Belorado. Zij zijn daar inkopen gaan doen, ik heb ze daarna niet meer terug gezien. In Belorado heb ik op een pleintje even een hapje gegeten. De mensen kijken er niet eens van op als hier een pelgrim zit te bikken. Sommigen roepen even snel ‘buen camino’, ofwel goede pelgrimstocht. Nadat ik mijn boeltje weer heb ingepakt en ben opgestapt, zie ik nog geen 500 meter verderop Ad op een bankje zitten. Hij is ook bezig om zijn calorieën weer aan te vullen. We zijn daarna samen verder gefietst. Vanaf daar was het nog 60 kilometer te gaan naar Burgos. Er zaten onderweg aardig wat klimmetjes in het traject maar de vergezichten en het prachtige landschap  kregen we daarvoor terug als beloning. Er was een afdaling bij, lang en bijna recht waarbij de kilometerteller 59,7 aangaf als snelheid. Och, dan schiet het ook wel even aardig op. Vanaf Santovenia hebben we een stukje afgesneden en hebben we de drukke N120 gepakt. Wind in de rug, het ging langzaam omlaag, heerlijk, met een snelheid van 45 km per uur suisden we richting Burgos. Maar zoals zo vaak zit het venijn weer in de staart en moesten we nog een colletje bedwingen waarin het op een bepaald moment 14% steeg. Maar ook die hebben we  overleefd en het koude biertje op de camping smaakte dan ook extra lekker. ’s Avonds rond 20.00 arriveerden de madammekes op de camping. Ad had hen de vorige avond ook al getroffen op een andere camping, die kenden elkaar dus ook al. We hebben met zijn vieren nog een tijdje gezellig gekletst op het terras met een flesje wijn erbij. Nederlands of Belgisch praat toch wat eenvoudiger dan Spaans.